Een groeiend aantal automerken omarmt revisie, hergebruik en herbestemming als een belangrijke strategie om de levensduur van hun producten te verlengen en om de vraag naar nieuwe materialen en grondstoffen te verminderen.
Hergebruik:
Onderdelen zoals motoren, transmissies en elektronica ondergaan rigoureuze revisieprocessen, waardoor ze opnieuw op de markt kunnen worden gebracht met een minimale impact op het milieu. Tal van merken hebben reeds initiatieven in die richting. Zo zijn er remanufacturing programma’s bij BMW, de Stellantis groep (Sustainera), Ford, GM, Volkswagen en Mercedes-Benz. Onderdelen worden er gerenoveerd en gerestaureerd tot ze weer als nieuw zijn en aan de klant aangeboden kunnen worden als duurzaam en soms kosten-efficiënt alternatief voor nieuwe onderdelen.
De Renaultgroep heeft zo een gespecialiseerde “Refactory site” in Flins, nabij Parijs. De hele site is volledig gewijd aan de circulaire economie met de bedoeling om de levensduur van auto’s te verlengen door middel van 'smart-repair' technieken die milieuvriendelijk, betaalbaar en snel zijn. Sinds de opening in 2021 heeft de site al meer dan 20.000 auto’s opgeknapt. Maar in Frankrijk is het bij wet geregeld dat garagehouders bij een aanvraag voor reparatie ook een offerte moeten voorleggen voor gebruik van originele tweedehands auto-onderdelen. Dat helpt natuurlijk...
In België vertegenwoordigen hergebruikte onderdelen momenteel zo’n 23% van het voertuiggewicht, maar ze zijn langzaamaan aan een opmars bezig. Hopelijk worden ze ooit het nieuwe normaal, maar vaak heerst er nog een verkeerde perceptie bij de consument inzake “tweedehands auto-onderdelen”. Vaak worden ze aanzien als minder-kwalitatief en niet-veilig, maar dat is helemaal niet waar. Slijtage-onderdelen als remblokken en koppelingen kan je uiteraard niet hergebruiken, maar voor de meeste andere auto-onderdelen is dat wel degelijk het geval. Bovendien bespaar je op die manier heel wat grondstoffen en minimaliseer je de CO2-uitstoot (tot 80%) in vergelijking met nieuwe onderdelen.
Maar om daar te geraken is er in de sector zelf nog werk aan de winkel. Daarom lanceerde Febelauto vorig jaar het Circular Repair/Ready2Reuse project in samenwerking met multi-merkverdeler Cardoen en twee van onze erkende demontagecentra. We bekeken in welke mate tweedehands auto-onderdelen kunnen ingezet worden als duurzaam alternatief voor nieuwe onderdelen bij de reparatie van een wagen. Met deze doelstelling voor ogen, ontwikkelden we in samenwerking met EcoRepair score en op basis van berekeningen van VITO, een slimme calculator om de CO2-winst te berekenen bij gebruik van een tweedehands onderdeel. Meer informatie hierover kan je hier terugvinden.
Herbestemming en ‘remanufactering’
Naast hergebruik kunnen afgedankte voertuigcomponenten ook geherfabriceerd worden of een nieuwe bestemming krijgen.
Dit is zeker van toepassing op HEV-batterijen uit elektrische voertuigen. 80% van de modules uit deze batterijen kunnen immers vaak nog dienstdoen in andere toepassingen om op die manier een tweede of zelfs derde leven te krijgen. De voertuigbatterijen worden grondig geanalyseerd en intensief getest (de conditie van de afzonderlijke modules, de laadcapaciteit en de functionaliteit van de besturingselektronica). Intacte batterijen die niet te oud zijn, kunnen hergebruikt worden in bijvoorbeeld kleine landbouwmachines. Als een defecte HEV-batterij nog goede modules heeft, kunnen deze ook ingezet worden voor stationair gebruik. Febelauto werkt zo samen met Watt4Ever. Zij vormen heel wat modules van afgedankte voertuigbatterijen om tot opslagsystemen voor duurzame energie (zonne- en windenergie). Op deze manier kan de levensduur van een batterij aanzienlijk verlengd worden.
Hetzelfde principe van hergebruik is ook van toepassing op andere auto-onderdelen, zoals bijvoorbeeld tandwielen en versnellingsbakken. Maar om dergelijke onderdelen te herfabriceren en te hergebruiken, is een standaardisatie en automatisatie van de demontage een doorslaggevend element.
De ontwikkeling van de second-life voertuigonderdelenindustrie heeft in België zeker nog heel wat potentieel.